Toerisme in opkomst, met nieuwe bestemmingen en het "laagseizoen"

Laten we de gegevens eens bekijken. De meest recente, hoewel nog voorlopige, gegevens zijn vrijgegeven door ISTAT (Nationaal Instituut voor de Statistiek). Ze tonen de groei van het toerisme in Italië tussen april en juni. Hier zijn de cijfers: +1,1% voor aankomsten en +4,7% voor overnachtingen ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar. Dit resultaat is verre van een uitgemaakte zaak, aangezien 2024 een uitzonderlijk jaar was met recordstromen.
SPECIAAL DOSSIER: De stand van zaken van het toerisme in Italië
Verder onderzoek naar het zomerseizoen zal uitwijzen of de trend solide is en, bovenal, of 2025 het jaar zal worden waarin het land min of meer stabiel terugkeert naar het niveau van vóór de coronacrisis. Tekenen hiervan zijn er al, maar de uitdaging gaat verder dan herstel na de terugval door de lockdownmaatregelen. Nu we de discussie over de zomer, die werd gekenmerkt door lege stranden en overboekingen, even terzijde hebben gelaten, zijn de belangrijkste kwesties op de middellange en lange termijn diversificatie, deseasonalisatie en duurzaamheid.
Dit is het onderwerp van gesprek op donderdag tijdens "De Staat van het Toerisme in Italië", een evenement georganiseerd door Repubblica in Cavallino Treporti (Venetië), een toonaangevende Europese gemeente voor buitentoerisme. Naast vele lokale en nationale bestuurders, professionals uit de sector en vertegenwoordigers van brancheorganisaties zullen burgemeester Roberta Nesto, minister van Ondernemen en Made in Italy Adolfo Urso en president van de regio Veneto Luca Zaia aanwezig zijn.
De meest recente ISTAT-gegevens helpen de nieuwe uitdagingen beter te begrijpen. De groei van het toerisme in een onconventionele periode, zoals tussen april en juni, wijst op een deseasonalisering die ook van invloed is op het aanbod. Als Italianen niet alleen in de zomer op vakantie gaan of in de winter op skivakantie gaan, rijst de grote vraag of het toerismesysteem wel is uitgerust voor toerisme in het hele seizoen.
Zijn diensten, accommodaties, vervoer en attracties in staat om aan de vraag te voldoen? Deze vraag roept op zijn beurt weer andere overwegingen op, zoals seizoenswerk, dat, gezien de trend van 12 maanden per jaar of bijna jaarlijks toerisme, te maken zal krijgen met talloze trainings- en contractwijzigingen.
Dezelfde redenering geldt voor accommodaties. Toerisme buiten het seizoen heeft ook gevolgen voor de niet-hotelsector: het aantal aankomsten groeide met 6,1% en het aantal overnachtingen met 5,4%, wat aantoont dat speciale accommodaties niet langer volstaan.
Ook bestemmingen worden ingrijpend veranderd: diversificatie kan helpen om het fenomeen van overtoerisme te beheersen, maar alternatieve bestemmingen voor de absolute favorieten (kustplaatsen, kunststeden en meer) kampen nog steeds met een gebrek aan faciliteiten en toegang tot het gebied. Ondertussen groeit de vraag echter. Kijk maar naar bergsteden: het aantal overnachtingen steeg in het tweede kwartaal met 12% ten opzichte van de periode april-juni 2024.
En dan, nogmaals, duurzaamheid. De basisbeweging richt zich op duurzame mobiliteit (wandelen, historische spoorlijnen en fietspaden). Voor de overheid en exploitanten ligt de focus echter op duurzame keuzes in het sectorbeleid: bedrijfsmanagementsystemen en een rationeler energieverbruik om afval te verminderen, evenals milieuvriendelijkere vervoermiddelen. De toekomst van het toerisme begint hier.
©ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN
La Repubblica